‘Wat een mooie lijnen heeft ze,’ kun je horen op de steigers van de jachthaven. Vaker slaat dat op de vormen van een schip dan op een vrouw. Dat is eigenaardig, en aardig/onaardig voor de vrouw (doorhalen wat niet van toepassing is), want het woord ‘schip’ is immers onzijdig. Toch wordt er over schepen gesproken in de vrouwelijke vorm. Waarom is een boot vrouwelijk?
Als we de seksistische mopjes buiten beschouwing laten, komen we uit bij de mogelijke verklaring van schepen die in de oudheid werden opgedragen aan godinnen. Ook gaven scheepseigenaren vroeger hun bezit vaak de naam van een voor hen belangrijke vrouw, zoals hun moeder. Bemanningsleden op hun beurt zagen hun schip vaak als iets wat hen zou moeten beschermen, en waarvoor zij daarom goed moesten zorgen. In dat opzicht zou de vergelijking met hun moeders zijn opgekomen, wat mede kan hebben bijgedragen aan het fenomeen van het vrouwelijke schip.
Iets wat aan dit fenomeen ten grondslag ligt, is dat het geven van een naam aan een voorwerp dat voorwerp doet uitstijgen boven een onzijdig ding, het enigszins personifieert. Daarmee geven we uiting voor onze waardering ervoor, en wordt onze band ermee sterker. We gaan er daardoor bijna automatisch beter voor zorgen. Een flinke dosis romantiek kan in die verklaringen nauwelijks over het hoofd gezien worden.
Tot slot zou je kunnen zeggen dat zeemannen die lang aan het varen zijn, ‘getrouwd zijn met de zee’, en dan geeft het voor de meesten allicht meer troost om op Vrouwe Maria te varen dan op Ome Joop. Dus misschien zijn liefde en troost wel de redenen dat schepen niet alleen namen hebben kregen, maar specifiek die van vrouwen.
Dit is een tekstfragment uit het boek ‘100 Maritieme Uitvindingen – van Astronavigatie tot Zeemansgraf‘.