Wereldkaarten staat vol met foute namen. Een voorbeeld daarvan dat vrijwel dagelijks voorbijkomt, is Amerika. In 1507 dacht de Duitse cartograaf Martin Waldseemüller immers dat de Italiaanse ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci Amerika had ontdekt, en plaatste die naam op zijn nieuwste wereldkaarten. ‘Amerigo’ werd ‘America’, en die naam is er nooit meer afgegaan, ondanks Columbus. Laatstgenoemde creëerde zoals bekend zijn eigen historische foute naam, door de overtuiging dat hij in India was geland te projecteren op de oorspronkelijke bewoners, de ‘Indianen’.
Dat Amerika grenst aan een veronderstelde stille oceaan, komt overigens door Ferdinand Magellaan. De Portugees ging in 1519 op zoek naar een westelijke doorgang door Zuid-Amerika. Die vond hij, waarna hij een enorm en kalm wateroppervlak opvoer. Hij noemde dat water daarom de Stille Oceaan. Later wist hij wel beter.
Naar een noordoostelijke oceaan werd ook gezocht, onder anderen door Willem Barentsz in 1596. Zijn expeditieleden moesten overwinteren op Nova Zembla, oftewel op ‘Nieuw Land’. Dat was het natuurlijk helemaal niet; dat eiland lag er al een tijdje. De naamgeving toont misschien wel de beperking van de menselijke geest aan: als het er eerst nog niet was, bestond het niet (voor mij). Een ander koud eiland had enkele eeuwen eerder al de naam Groenland gekregen. Niet omdat het er overwegend groen was, maar omdat de Noor Erik de Rode een millennium geleden wilde dat men dácht dat het groen was. Hij had het naamloze eiland gevonden en vermoedde dat een positief geladen naam aantrekkingskracht zou hebben op andere kolonisten. Gezellig.
Het gebruik van foute namen is niet voorbehouden aan historische figuren. Zo hebben wij het soms over onszelf als bewoners van het westelijk halfrond. Maar we wonen toch echt ten oosten van de nulmeridiaan van Greenwich. Dat is op het oostelijk halfrond dus.
Dit is een tekstfragment uit het boek ‘100 Maritieme Uitvindingen – van Astronavigatie tot Zeemansgraf‘.