Het Rijksmuseum in Amsterdam is in het bezit van een spectaculair maritiem schilderij, gemaakt door de Hollandse kunstschilder Lieve Pieterszoon Verschuier (1627-1686). Hij zette vele maritieme scènes ten tijde van de Gouden Eeuw op het doek. Op zijn werk Het kielhalen van de scheepschirurgijn van admiraal Jan van Nes zien we een verzameling schepen, overwoekerd door een mierenhoop aan mensen. Die mensen komen kijken naar de straf die een van de bemanningsleden van de genoemde admiraal zou gaan ondervinden: kielhalen. Als deze straf bedoeld was om niet alleen de onfortuinlijke scheepschirurg te straffen voor zijn (onvermelde) wandaad, maar ook om aan andere zeelui te tonen dat admiraal Van Nes de discipline handhaafde, dan zou dat zijn effect wel gehad kunnen hebben op de menigte.
Gruwelijk
Kielhalen was dan ook nogal gruwelijk. Het slachtoffer werd vastgebonden aan een touw waarmee hij vanaf het ene boord te water werd gelaten om via het andere boord naar boven gehesen te worden. Onderweg kwam hij van alles tegen. Veel water, in de eerste plaats, dus als het halen niet al te snel ging, kon hij verdrinken. Werd de handeling wel snel uitgevoerd, dan zou hij hard in aanraking komen met de kiel, en vooral met de aangroei op de scheepsromp. Die zou ervoor zorgen dat zijn huid flink werd opengehaald, met mogelijk allerlei nare infectieziektes als gevolg. Werd de straf in de winter uitgevoerd, dan moest hij ook nog eens door het ijs.
Uitvinders
De Nederlanders worden wel gezien als de bedenkers van kielhalen, getuige ook de verbastering naar de Engelse term keelhauling. Het was dan ook een officiële en gedocumenteerde disciplinaire instructie om iemand na bepaalde vergrijpen ‘onderde kyel doir’ te halen, zoals opgenomen in een instructie uit 1537. En misschien droeg het schilderij van Verschuier wel bij aan de faam van de Hollanders. Maar de eerste ‘documentatie’ van kielhalen dateert van 600 voor Christus, in een verzameling maritieme wetten voor de wateren rond Rhodos. Een Griekse vaas uit die tijd toont een kielhaalscène. Pas in 1854 werd bij ons de straf door de toenmalige minister van Marine, James Enslie, afgeschaft.
Dit is een tekstfragment uit het boek 100 Maritieme Uitvindingen – van Astronavigatie tot Zeemansgraf.