Vlaggenschip

Een van de beroemdste oorlogsschepen uit de Nederlandse Gouden Eeuw is De Zeven Provinciën. Deze werd gebouwd in 1665, om later vlaggenschip te worden van Michiel de Ruyter. Die voerde er een jaar later zijn beroemd geworden actie mee uit tegen de Engelsen op de Theems. De Ruyter pikte het vlaggenschip van de Engelsen mee, de Royal Charles, wat de ultieme victorie was voor de Nederlanders en de totale vernedering voor de Engelsen. (De Ruyter liet de ketting trouwens kapot varen door kapitein Jan van Brakel met zijn schip De Vreede. Hij was niet gek, die De Ruyter. Mooie naam voor een oorlogsschip trouwens.)
Een vlaggenschip heeft zijn naam simpelweg van de vlag die gehesen kon worden om aan te geven op welk schip van een vloot zich de hoogste officier bevond. Dat kon elk schip zijn, in theorie, want een vlag is flexibel. Maar de praktijk was al snel dat een commandant extra ruimte aan boord nodig had voor overleg met zijn kapiteins uit de vloot, en voor de officieren om plannen te beramen. En van het één kwam het ander: vlaggenschepen werden vaste schepen die ook de grandeur van vloot en admiraal moesten uitstralen.
Beroemde vlaggenschepen zijn niet alleen De Zeven Provinciën maar ook HMS Victory van Horatio Nelson en Vasa van de Zweedse Koning Gustaaf II Adolf. Dat laatste schip was iets te overdadig voorzien van ornamenten en vooral extra kanonnen, waardoor het tijdens zijn maiden voyage op nog geen mijl uit de kust al omsloeg en zonk. Misschien was dat de inspiratie voor de vlaggenschepen in de Tweede Wereldoorlog: die moesten vooral snel zijn, in plaats van groot.

Dit is een tekstfragment uit het boek ‘100 Maritieme Uitvindingen – van Astronavigatie tot Zeemansgraf‘.