theezakjesspel
De mens kan best zonder geld, als hij maar een theezakje bezit. Dat bewijst het ‘theezakjesspel’. Het spel bestaat hieruit: je gaat, bij voorkeur met zijn tweeën, want gezelliger en gedurfder dan in je eentje, met een (ongebruikt) theezakje de deur uit, met als doel om met een zo groot mogelijke buit terug te komen. Die buit moet louter en alleen verkregen worden door ruilhandel, waarvan het theezakje het begin van de ketting vormt. De bedoeling is om iemand te interesseren voor een gratis theezakje, en er als tegenprestatie een te ruilen object voor in de plaats te vragen. Iets wat de handelspartner wel wil missen, en wat bij voorkeur een grotere waarde heeft dan een theezakje. Dat object vormt vervolgens een nieuw startpunt voor een volgende ruil bij iemand anders. De bedoeling is dat de waarde van het verkregen item dat van het weggegeven item bij elke ruil overstijgt.
Mijn beide zoons waren tijdens meerdere kampen enthousiaste spelers van het theezakjesspel. Sam vertelde me eens hoe het was verlopen. ‘We gingen naar de markt, omdat je daar van alles bij elkaar hebt. De eerste ruil was bij de kaasboer. Daar kregen we voor ons theezakje een puntje kaas. Daarmee gingen we naar de groenteboer, even verderop. Die gaf een zak appels, in ruil voor de kaas.’ Hierop hadden de jongens een slimme zet uitgehaald. ‘De appels haalden we uit de zak en gingen we los ruilen. Bij de videotheek kregen we voor elke appel een poster. Daar hadden we er dus best veel van. Bij de telefoonwinkel ruilden we een paar posters in voor twee mobieltjes; die waren wel kapot, maar kunnen we misschien nog wel maken. Of anders gebruiken we er onderdelen van.’ De jongens hadden delen uit deze cyclus enkele keren herhaald, waren ook nog bij een huishoudwinkel langs geweest, en waren uiteindelijk thuisgekomen met vijf (kapotte) mobieltjes, een nieuwe fles schoonmaakmiddel en een vrolijk humeur. Geen slecht resultaat voor een theezakje.
Het interessante aan dit spel vond ik niet alleen de uitkomst, maar ook het begrip ‘waarde’. Financiële draagkracht speelt geen enkele rol in het theezakjesspel. Enige charme zal helpen in de strijd die geen strijd is, maar vooral een spel dat je samen met je potentiële handelspartners speelt. Ik heb hierboven een paar keer de term ‘waarde’ gebruikt, maar daar bedoel ik niet per sé monetaire waarde mee. Hoewel die geldelijke waarde wel op de achtergrond een rol speelt bij inschatten van de profijtelijkheid van een potentiële ruiltransactie (kan ik straks voor een stuk kaas meer krijgen dan voor dit theezakje?), speelt het voor de handelspartner geen rol. Toch wil ook hij waarde, anders doet hij niet mee. Het is aannemelijk dat die waarde niet of nauwelijks zit in het verkregen object, maar vooral in de lol van het spel zelf, en het plezier dat iemand kan hebben door anderen blij te maken. Zeker in het begin van de cyclus zal dat opgaan: wie maak je blij met een theezakje an sich? Bij kaas en appels en dergelijke speelt de intrinsieke waarde van de goederen misschien wel een rol. Toch geloof ik dat vooral de charme, speelsheid en vrolijkheid van het spel zelf het succes bepaalt.
Dat zal ook de Canadese Kyle MacDonald ondervonden hebben, bij zijn versie van het theezakjesspel. Hij begon in 2005, niet met een theezakje, maar met een paperclip. Een rode. Hij bood het op zijn website aan aan wie het maar wilde ruilen tegen iets waardevollers. De eerste die reageerde had een pen in de vorm van een vis in de aanbieding. Kyle ging naar Vancouver – een onderdeel van zijn strategie was dat hij zijn toekomstige handelspartners beloofde hen op te zoeken om de ruil tot stand te brengen. Dezelfde dag nog kon hij de pen ergens anders ruilen tegen een handgemaakte deurkruk. Dat klinkt nog niet zeer spectaculair, maar vermakelijk moet het wel geweest zijn. In Massachussetts, aan de andere kant van Noord-Amerika, wilde iemand de deurkruk wel hebben, en stelde daar een éénpits gasstelletje tegenover, zo een die je op een camping gebruikt. Vanaf daar werden de sprongen groter en groter: het gasstel werd een generator, de generator werd een fust met bier met een Budweiser reclamebord. Het minibierfeestje groeide achtereenvolgens uit tot een snowmobiel, een reisje voor twee personen naar Yahk in British Columbia, een auto, een platencontract, een jaar huur van een appartement, een middag met popzanger Alice Cooper, wat hij op zijn beurt ruilde tegen een sneeuwbol. Inderdaad, zo’n koepelvormig glazen bolletje waarin sneeuw gaat dwarrelen als je er mee schudt. Het leek een dwaze ruil, totdat Kyle de sneeuwbol wist te slijten aan een verwoed verzamelaar van bijzondere sneeuwbollen. Deze verzamelaar was ook nog eens een filmregisseur, en hij bood Kyle een rol in één van zijn films. De gemeente Kipling wilde graag dat één van zijn inwoners de rol zou krijgen, en bood Kyle een huis.
Kyle MacDonald woont nu in dat huis, In Kipling, Saskatchewan. Hij is een paperclip armer, maar een huis en een weergaloze ervaring rijker. Het kostte hem een jaar en veertien transacties om van een paperclip tot een huis te komen. Toen ik iemand over het start- en eindpunt had horen vertellen (‘weet je dat iemand een huis heeft verdiend met het theezakjesspel?’) had ik wel enige bedenkingen over het waarheidsgehalte ervan, maar door de ervaringen van mijn kinderen met het spel kon ik me inbeelden dat het echt zo gegaan moest zijn. Uit de lijst met ruilobjecten sprak ook duidelijk de lol die alle betrokken gehad moeten hebben in het geheel, wat voor mij het grootste deel van het succes verklaarde.