Perceptie

Charlie ChaplinIn mijn vorige blog schreef ik over de Amerikaan Virgil, de man die ziende blind was. Deze blinde man werd diep ongelukkig nadat hij zijn gezichtsvermogen had herkregen door middel van een operatie. Virgil was niet in staat om zich geestelijk aan te passen aan zijn nieuwe wereld. Voor ons zienden is dat moeilijk invoelbaar. Gelukkig is er Charlie Chaplin, die een bijzondere demonstratie geeft van de onwil van onze hersenen, die maar wat graag blijven geloven in een illusie.

Psycholoog Richard Gregory van de universiteit van Bristol, die als arts te maken had gehad met enkele blinde patiënten die hun gezichtsvermogen hadden teruggekregen, schreef dat ‘conflict en crisis onvermijdelijk zijn als levenslange waarnemingsgewoonten en –strategieën veranderd moeten worden. Zulke conflicten liggen besloten in de aard van het zenuwstelsel zelf, omdat de […] volwassene die zijn hersenen een leven lang aangepast en op een speciale manier ontwikkeld heeft, zijn hersenen nu moet vragen dat allemaal om te draaien.’Wat hij daar precies mee bedoelde is schokkend in beeld gebracht door een simpel visueel experiment dat ik op de website van deze professor Gregory tegenkwam.
De door mij gebruikte omschrijving ‘visueel experiment’ leek bijna lachwekkend overdressed voor het plaatje dat ik aantrof: een plastic masker van Charlie Chaplin op een stokje. Het plaatje was de start van een filmpje, en zonder grote verwachtingen klikte ik op play. Het masker van Charlie begon langzaam rond te draaien, onder de begeleidende en zeer overbodig lijkende uitleg van de toen 86-jarige professor (professor Gregory is een jaar later overleden, in 2010). Een kind kon zien wat het was: een masker, zoals je dat kon kopen in een amusementswinkel (met zo’n vervelend en altijd te vroeg knappend elastiekje waarmee je het voor je gezicht kon doen). De professor begon uit te leggen dat het masker hol van binnen was. Ik begon lichtjes te twijfelen aan de hedendaagsheid van dit ‘experiment’, want hier wees werkelijk niets op iets wat ook maar de geringste verwondering zou kunnen opwekken. De holle kant draaide nu langzaam in beeld. Ja, inderdaad, vermoeden bevestigd, niets aan de hand. Totdat het moment kwam dat de voorkant van het masker niet meer in zicht was. De holle binnenkant van Charlie leek plotseling volledig naar buiten gekeerd, het was naar mij toe gericht, niet van me af. Er moest een truc met het beeld zijn uitgehaald, leek het wel, want hier leek iets te gebeuren dat niet kon.
Na nog een halve draai keerde de voorkant van het masker terug, degradeerde de binnenkant weer tot hol, en alles leek weer normaal. Het geheel draaide rustig door, en liet keer op keer hetzelfde tafereel zien. Telkens veranderde als bij toverslag de binnenkant van het masker van hol naar bol, keek de kijker aan, draaiend in een richting die tegengesteld was aan die van de draairichting van de buitenkant van het masker. Het maakte het geheel vanzelfsprekend nog onmogelijker en verwarrender. Met stijgende verbazing liet ik mij telkens visueel foppen. De professor nam mij de lage verwachtingen die ik van het experiment gehad had niet kwalijk, en legde rustig uit: ‘Your brain refuses it to see as hollow, simply because it is so unlikely.’ Wij weten uit ervaring dat de neus van een gezicht naar buiten steekt, dus wanneer we zien dat het tegenovergestelde het geval is, wijzen we dat beeld af, of we willen of niet. Gregory vervolgde: ‘This demonstrates the immense power of top down knowledge which will actually counter signals bottom up from the senses and force an extraordinary illusion in which the sensory information in the present is cancelled by immense knowledge derived from the past.’ (Ja, lees die zin gerust nog een keer. Het is de moeite waard.)
Zelfs na een enorme zelfopgelegde geestelijke krachtsinspanning was ik niet in staat om de illusie te ontmaskeren en te zien wat er werkelijk gebeurde. Ik wíst dat de achterkant van het masker hol was, maar ik was niet in staat om het op die manier waar te nemen, hoe goed ik mijn best ook deed. Na een keer of tien intensief proberen ving ik iets van een glimp van de werkelijke draaiing van de achterkant van het masker op, maar steeds niet langer durend dan een kort moment, snel weer ingenomen met de optische illusie van een naar buiten gekeerde binnenkant.
Er is niets overtuigender dan zelf dit simpele maar indrukwekkende testje bekijken, dus ik daag je uit om meester te worden over je waarneming. Klik hiervoor op de link naar het filmpje: http://www.richardgregory.org/experiments/video/chaplin.htm. Ik hoor graag van je na hoeveel pogingen je in staat was je hersenen te overtuigen dat ze niet zagen wat je dacht te zien. Of zoiets. Succes!

(Dit is een bewerkt tekstfragment uit mijn boek over irrationaliteit dat verschijnt in het voorjaar van 2016. Zie ook https://www.ontdekkingsschrijver.nl/boeken/.)

At First SightVirgil werd kort na de tweede wereldoorlog geboren op een kleine boerderij in Kentucky. Hij zag slecht, en werd op jonge leeftijd vrijwel blind. Licht en donker kon hij nog wel onderscheiden, maar meer zat er niet in. Tenminste, dat leek heel lang zo, totdat hij op latere leeftijd Amy ontmoette. Zij zou in meerdere opzichten licht in het leven van Virgil brengen. Virgil en Amy werden verliefd, en de trouwdatum werd vastgesteld. Een nieuw leven brak aan voor de inmiddels 50-jarige Virgil. Niet in het minst door het idee dat zijn aanstaande vrouw had opgevat om het huwelijk als ziende aan te gaan: Amy stelde een operatie aan Virgil’s ogen voor. Dat dat er niet eerder in zijn leven van was gekomen had deels te maken gehad met de passieve instelling die de blinde vrijgezel gaandeweg in zijn leven had ingenomen.

Virgil stemde er mee in. Wat had hij te verliezen? De artsen zagen mogelijkheden. In september van het jaar 1991 was het zover. Virgil werd eerst aan zijn rechteroog geopereerd. De staar werd verholpen en hij kreeg een nieuwe lens. Het oog werd toegedekt met een verband, dat er na een etmaal af mocht.
Virgil zat op zijn ziekenhuisbed, omringd door ziekenhuispersoneel en Amy, toen de behandelend arts het verband begon te verwijderen. De grote vraag was of, en in hoeverre, de operatie Virgil zijn gezichtsvermogen had teruggegeven. Virgil vroeg zich heel iets anders af, nadat het verband was verwijderd. Zijn oog deed het, om het maar even technisch uit te drukken, maar daar leek dan ook alles mee gezegd. Maar Virgil had niet een uitgevallen zintuig teruggekregen. Het enige waar hij mee verrijkt was geworden was een grote staat van verwarring.
Iedereen keek Virgil aan, afwachtend, hopend op een kreet van bevrijding en blijdschap. Er gebeurde niets. ‘En?’ vroeg één van de artsen hoopvol, na een aantal lange seconden tussen hoop en vrees te hebben gewacht. Virgil draaide daarop zijn hoofd naar de arts. De stem van de arts was de eerste zintuiglijke waarneming sinds de verwijdering van het verband die Virgil kon thuisbrengen. Hij had geen idee gehad wat hij had gezien. Er was weliswaar licht, een explosie van licht bijna, er waren kleuren, er was beweging, maar dat leverde eerder een kakofonie aan indrukken op dan een synthetisch beeld. De verzameling rare vormen, gaten, lijntjes van licht en schaduw die zich vlak bij zijn oog had bevonden bleek de bron van de stem geweest te zijn – het moest dus wel het gezicht van de arts voorstellen, reconstrueerde hij. Virgils oog functioneerde, maar zijn hersenen konden niets maken van de wirwar van lijnen, vormen en bewegingen die voor alle andere aanwezigen zonder enige moeite waren te interpreteren als de meubels en de mensen om hen heen.

De start van Virgil’s ziende leven was exemplarisch voor het verdere verloop ervan. Vanwege het medische ‘succes’ van de operatie werd na enige tijd ook het linkeroog aan dezelfde soort operatie onderworpen, zoals vooraf ook gepland. Hoewel Virgil’s zicht niet voor 100% herstelde, zag hij voldoende om niet meer als blinde door het leven te gaan. Tenminste, dat was wat iedereen verwacht had op basis van het succes in medisch opzicht. De werkelijkheid was, dat Virgil gehandicapter was geworden dan hij ooit geweest was. Een stuk van zijn huis vol met lijnen en vlakken, licht en schaduw, bracht hem zeer van zijn stuk en stelde hem voor raadsels – voor iedere andere bezoeker in het huis stelde dat de trap naar de eerste verdieping voor. Virgil zag, maar nam niet waar. Dat ging zover, dat hij zijn hond en zijn kat niet van elkaar kon onderscheiden. Hij behandelde ze dan ook niet altijd overeenkomstig hun aard, tot ergernis van de huisdieren zelf.
De oplossing voor dit soort moeilijkheden lag voor de hand, maar vormde niet een lange-termijn oplossing. Het gebruik van zijn tastzin deed hem ontdekken of hij met zijn kat of met zijn hond te maken had, wanneer hij van de deur bij de trap was aanbeland, hoe hij een beker melk kon inschenken zonder er een enorme wanboel van te maken. Oftewel: leven als een blinde. Virgil had zich bijna een halve eeuw laten leiden door zijn sterk ontwikkelde tastzin, reukvermogen en gehoor; het was voor hem vrijwel onmogelijk om de op zijn netvlies vallende warboel van beelden met deze geoefende zintuigen in verband te brengen. Gevoel voor tijd was ook een belangrijk ‘zintuig’; Virgil schatte als blinde in hoe lang het duurde voor hij van de voordeur bij de trap was, en kon op die manier met een stabiele omgeving zijn weg moeiteloos vinden, net zoals dat geldt voor alle (geoefende ) blinden.
Virgil had grote moeite om het vermogen om te zien als uitbreiding toe te voegen aan zijn arsenaal zintuigen. Dat was meer dan lastig – het was verwarrend en destructief – maar kwam misschien nog wel het sterkst tot uitdrukking wanneer zijn zintuigen elkaar gingen tegenspreken. Dat was het geval bij het kijken naar tweedimensionale afbeeldingen. Een schilderij was niet meer dan een vlak met kleuren, zelfs als het ging om figuratieve werken. Een foto van een landschap zei hem niets. Een afbeelding van een appel vormde een raadsel.
In plaats van de euforie die je zou verwachten bij een blinde die zijn zicht terugkrijgt, had het Virgil niets dan ontreddering, verlatenheid en angst opgeleverd. Hij verviel steeds meer in het gebruik van zijn getrainde zintuigen, maar dan met gesloten ogen, om zich weer te kunnen bewegen in een voor hem bekende wereld. Hij ging zich weer als blinde gedragen. Uiteindelijk werd hij ziek en stierf als een ongelukkig mens.

(Het waargebeurde verhaal van Virgil is later verfilmd als At First Sight.)

(Lees meer over onze irrationele omgang met gezichtsbedrog in mijn boek dat verschijnt in het voorjaar van 2016. Zie ook https://www.ontdekkingsschrijver.nl/boeken/.)

Nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van nieuws, verhalen en andere ontdekkingsschrijverij. Je kunt je hier aanmelden voor mijn maandelijkse nieuwsbrief.