Hoewel we in december bij bezoek van Spaanse geestelijken al snel denken aan Sinterklaas, kon er in vroeger jaren nogal eens heel wat kwaads uit Spanje ons land bezoeken. Met behulp van de Spaanse Inquisitie, die van 1478 tot aan 1834 huishield onder vermeende ketters, probeerde de katholieke kerk haar macht te consolideren. En niet door het uitdelen van cadeautjes.

De Latijnse term inquisitio betekent onderzoek, maar de inquisitie deed veel meer dan alleen onderzoeken. Met een wreedheid die zo uit het oude testament lijkt te zijn weggelopen deden de inquisiteurs hun heilige werk. De aanzet tot oprichting van de Inquisitie werd gegeven in de twaalfde eeuw, en getuigt van een creatieve geest van de oprichters. Om zijn ketterse vijanden te bestrijden had de paus bedacht dat hij die wel uit de weg zou willen ruimen, maar ‘hoewel ik de dood van de vijanden van Christus wens, kan ik ze, als monnik en priester, niet ter dood brengen.’, aldus een pauselijke afgezant. Dat zou de wereldlijke macht dus maar moeten doen, na opsporing door de kerk: de inquisitie was geboren. Toen in 1243 paus Innocentius IV (mooie naam) besloot dat bij het verhoren van verdachten ook marteling was toegestaan, steeg de Inquisitie boven zichzelf uit en vormde een even grote als destructieve macht.
Inquisiteurs kwamen naar een dorp en organiseerden een bijeenkomst waarop men zijn ketterij kon opbiechten. Afwezigen waren bij voorbaat verdacht. Beschuldigingen werden vaak anoniem gedaan, wat de betrouwbaarheid ervan natuurlijk niet ten goede kwam. Protestanten konden worden opgepakt, gemarteld en gevangengezet zonder ooit een verdachtmaking te horen. ‘De meestgebruikte martelmethoden waren de garrucha, toca en potro. Bij de garrucha werd de ondervraagde opgehangen aan de armen, die al dan niet achter zijn rug gebonden waren. Aan de voeten van de verdachte werden gewichten bevestigd, en vervolgens werd de verdachte herhaaldelijk opgehesen, om deze vervolgens weer een stuk te laten vallen. Het resultaat was vaak niet alleen hevige pijn, maar ook luxatie (het uit de kom schieten van gewrichten). Bij de toca, ook wel waterfoltering of waterboarding genoemd, werd een doek in de mond van de ondervraagde ingebracht, waarover water werd gegoten. Hierdoor ontstond bij de verdachte het gevoel te zullen verdrinken. Het meest gebruikt was de porto (beter bekend als pijnbank of rekbank), waarop het lichaam van de verdachte onnatuurlijk werd uitgerekt, met hevige pijn en soms verminking tot gevolg. De bekentenissen die gedaan werden als gevolg van deze martelingen werden, samen met de duur en aard van de martelingen zelf, door een notulist vastgelegd, en werden door de Inquisitie als geldig beschouwd.’ (Bron: wikipedia.)
Verbanning, boetes of dwangarbeid behoorden tot de mildste straffen. De sterksten van geest die werden aangeklaagd maar weigerden om een bekentenis af te leggen werden levend verbrand. De gelukkigen onder de aangeklaagden werden eerst gewurgd, voordat ze op de brandstapel gingen.
Schattingen van het aantal processen van de Inquisitie lopen uiteen van tienduizenden tot 150.000.

Nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van nieuws, verhalen en andere ontdekkingsschrijverij. Je kunt je hier aanmelden voor mijn maandelijkse nieuwsbrief.