2012 is een magisch getal geworden. En, zoals we dat het liefst zien bij mysterieuze symbolen, komt dat fenomeen voort uit een uitgestorven beschaving, en is het getal zelf slechts met grote moeite door de nauwe flessenhalsopening van de geschiedenis gekropen. Die flessenhals stond voor het 16e eeuwse dieptepunt in de Meso-Amerikaanse indiaanse culturen. Zoals we uit de logboeknotities van Christoffel Columbus hebben kunnen zien, waren de Spanjaarden met hun ontdekkingen nou niet bepaald op wereldvrede uit geweest.
Die constatering geldt ook voor de Spaanse veroveringen door de zo poëtisch klinkende conquistadores; een woord geschreven met bloed in plaats van inkt. Deze veroveraars maakten snel na de ontdekking van de Nieuwe Wereld korte metten met de indianen en hun cultuur. Hernán Cortés veroverde Mexico (1519-1521), wat Fransisco Pizarro een paar jaar later inspireerde om de Inca’s in Peru te bestrijden (1522-1524); Diego Velázquez had Cuba toen al ingenomen (1511); Francisco Hernández de Córdoba krijgt de dubieuze eer om niet alleen de Maya indianen ontdekt maar ook grotendeels uitgeroeid te hebben (1517). Het zijn die laatste twee gebeurtenissen die indirect verantwoordelijk zijn voor de magie die het jaartal 2012 oproept, vijf eeuwen later.
De Maya cultuur, die zijn oorsprong waarschijnlijk al vierduizend jaar geleden beleefde, wordt tegenwoordig gezien als hoogstaand. Ze was rijk aan architectuur en beeldende kunst; wiskunde en astronomie waren ver ontwikkeld. Dat leek de Spanjaarden geen goede voedingsbodem voor een overheersing van hun kant. De conquistadores waren de mening toegedaan dat een cultuur die je uitroeit moeilijker in opstand kan komen dan één die in volle bloei is. Technocratisch gezien hadden ze daarin waarschijnlijk gelijk, menselijk en cultureel gezien betekende hun uitgangspunt een ware ramp. Het was er de oorzaak van dat van alle documenten uit de bibliotheken van de Maya er nog maar vier bestaan op de hele wereld. De rest werd door de Spanjaarden vernietigd. Eén van deze geschriften is de codex van Dresden; zo genoemd naar de huidige woonplaats van dit oudste bekende geschreven boek uit Amerika. Aangenomen wordt dat dit beschreven en beschilderde boek een 11e of 12e eeuwse kopie is van een origineel geschrift uit de klassieke tijd van de Mayabeschaving van enkele eeuwen eerder. Het bevat astronomische tabellen, almanakken en beschrijvingen van rituelen, voorspellingen van planeetbewegingen en seizoenen, allemaal in het veelzijdige en moeilijk te ontcijferen hiërogliefenschrift dat de Maya hanteerden. Het zal duidelijk zijn dat de zeldzaamheid van deze codex niet heeft bijgedragen aan een gemakkelijke ontcijfering ervan.
De Dresdener codex geeft, samen met de bouwwerken die de Spaanse overheersing overleefd hebben, aanwijzingen voor het door de Maya gehanteerde getallenstelsel, hun astronomische kennis en conclusies en, voortvloeiend uit die twee, hun kalenders.
Daarvan hadden de Maya er drie. De basis daarvan werd gevormd door hun twintigtallig stelsel, waarschijnlijk simpelweg gebaseerd op het tellen op vingers en tenen. (Het Maya woord ‘uinic’ geeft hiervoor een aanwijzing: het betekent zowel ‘een twintigtal’ als ‘een mens’.) De eerste van de Maya kalenders had 18 maanden van 20 dagen elk. Doordat de Maya goede astronomen waren, wisten ze dat er een verschil van 5 dagen zat tussen deze kalender en een zonnejaar van (ruim) 365 dagen. Vijf schrikkeldagen voegden ze toe – onheilspellende ‘lege dagen’, want ontfutseld aan de natuur. De indianen bleven op deze schrikkeldagen angstvallig binnen en ondernamen geen activiteiten. Deze kalender werd de ‘Vage kalender’ genoemd.
Een tweede kalender bevatte 13 cycli van 20 dagen. Het aantal van 13 cycli was afgeleid van het aantal ‘hemelen‘ uit hun mythologie. Dit resulteerde in een religieus jaar van 260 dagen, de ‘Tzolkin-kalender’. Ten slotte bestond er nog een Venus-kalender van 584 dagen; de periode die Venus nodig had om ten opzichte van de aarde en de zon in dezelfde positie te komen.
Een combinatie van verschillende elementen uit deze veelheid aan tellingen kwam bij elkaar in dat wat de ‘Lange Telling’ genoemd wordt. Die Lange Telling is uiteindelijk te herleiden naar het jaar 2012 – tenminste, als je van goede wil bent. Het ‘Vage jaar’ werd voor een Lange Telling nog eens twee keer met 20 en één keer met 13 vermenigvuldigd – getallen die zo’n basale rol speelden in het leven van de Maya, want menselijk (20) én hemels (13). Deze Lange Telling vormde in de ogen van de Maya een cyclus. Als start van deze cyclus was een dag gekozen die in onze kalender bekend is als 5 september 3114 v.Chr. Waarom die dag gekozen werd is niet geheel zeker, maar waarschijnlijk gaat het om een moment dat het leiderschap van een Maya koning op zijn opvolger was overgegaan. Zoals vaker in de geschiedenis zijn oorsprongen van tellingen meestal pas later in een ver en vaak mysterieus verleden gesitueerd – Romulus, Jezus, Mohammed – en zo was dat ook hier het geval. Hoe dan ook: wanneer je de Lange Telling start op de genoemde datum komt deze cyclus 1.872.000 dagen later ten einde, op 21 december 2012.
‘Daar moeten we iets mee’, moet iemand op een keer bij het wakker worden gedacht hebben. Om daar dan ook maar direct het einde der tijden aan te verbinden vond ik een wel erg grote stap. Maar dat was wel wat er zich in de hoofden van een aantal doemdenkers had genesteld, tegen het einde van het eerste 20ste eeuwse decennium. Er zijn diverse websites over gemaakt, musea houden er tentoonstellingen over, er zijn boeken over verschenen en een Hollywoodfilm kondigde het einde in al zijn spektakel aan.
Het meest werd ik getroffen door een gesprek met Susanne Andriesse¹, in een documentaire die door Netwerk in 2009 werd uitgezonden. Haar verhaal werd in de uitzending aangekondigd door een opgewekt het decor binnenstappende presentatrice, wier blik en stem een serieuze toon aannamen bij het introduceren van de documentaire. Susanne Andriesse werd thuis gefilmd. We stonden direct in haar slaapkamer. ‘Nou hier ligt ‘ie dus’, wees Andriesse ons op het nog ingepakte reddingsvlot, dat bovenop de slaapkamerkast lag te wachten op het einde der tijden. Andriesse, een blonde veertigster met een Rotterdams accent legde uit hoe zij aan de op handen zijnde ramp meende te gaan ontkomen. Nadat het water haar slaapkamerraam is ingestroomd (‘we zitten hier in Haarlem, best dicht bij de kust’) wil ze het vlot inspringen, Het zal vanzelf opengaan. ‘Zoals ze het voorspeld hebben is het 2012, in december, dus vlak voor de kerst – dan moeten wij in principe dus die poolshift gaan krijgen.’ De interviewster liet na te vragen wat dat inhoudt.
¹De dame in kwestie heb ik een andere naam gegeven, zodat ze het in 2013 wat minder druk zal hebben met het beantwoorden van vragen.
Alsof mevrouw Andriesse van haarzelf nog niet voldoende de schrik in haar benen had, trakteerde de Netwerkverslaggeefster haar op een bezoek aan de rampenfilm ‘2012’. Een typische Hollywoodfilm, dus daarmee waren de omstandigheden en het verloop van het verhaal van tevoren al uit te tekenen: gewone man lijdt gewoon leven met bovengemiddeld knappe vrouw, ontpopt zich als zo ongeveer de enige die doorheeft dat op 21-12-2012 de wereld zal vergaan, krijgt gelijk, maar redt desondanks zichzelf, zijn gezin en vooral veel andere Amerikanen. Dit alles tegen een even gewelddadig als onwaarschijnlijk decor van openscheurende grond, in de aarde wegzakkende bergen en vooral heel veel water. Susanne slaat haar hand voor haar mond bij het zien van de massa’s water die de Tibetaanse bergen overstromen. Ze deinst achteruit in haar bioscoopstoel.
‘Wetenschappelijk gezien is dit absolute lariekoek’, stelt wetenschapsjournalist Maarten Keulemans de verslaggeefster na afloop gerust. In zijn boek Exit Mundi – het einde van de wereld, de 50 beste scenario’s, schrijft hij: ‘De Lange Telling duurt 28.500 jaar. Dat is best een flinke periode, maar aangezien de aarde al een ongelooflijke 4.500 miljoen jaar rondjes draait om de zon, heeft de aarde het ‘einde der tijden’ van de Maya’s al meer dan 150.000 keer doorstaan.’ Susanne Andriesse heeft hij er niet mee kunnen overtuigen; zij pakt nog wat extra flessen drinkwater in haar overlevingspakket.
Susanne Andriesse staat niet alleen in haar vrees. De Belg Patrick Geryl heeft een website met de veelzeggende naam www.howtosurvive2012.com – om de website binnen te gaan moet je op een woest in brand staande zon klikken. Dat biedt vervolgens een beschrijving van wat ons te wachten staat: veranderingen in het magnetische veld van de zon, resulterend in een omkering van het magnetische veld van de aarde, met als gevolg aardbevingen, tsunami’s, schuivende aardkorst en overstromingen tot op 3 kilometer hoogte. Maar ook deze man zal dat niet gelaten over zich heen laten komen – net zoals Susanne Andriesse bereidt hij zich voor: 5 gebergtes zijn al door hem uitgekozen om overlevingsbunkers in te bouwen. Iedereen met voldoende geld mag meedoen. Na alle verschrikkingen die zijn website verkondigt gloort er hoop onder het kopje ‘Finally’: ‘We, the survivors of 2012, will be able to compensate for the mistakes that have been made, like those in the area of ecology. You, a follower of an ecological wisdom paradigm, can associate with this for sure. You will have at your disposal an ambitious construction project together with all the relevant scientific information. As a result of that, a paradise-like civilization can rule on earth within a few hundreds to thousands of years.’ Net een hollywoodfilm, bedenk ik. En dat allemaal doordat de Maya’s 13 hemels telden en een twintigtallig stelsel hanteerden.
Op internet, en niet alleen daar, volgen de speculaties over 2012 elkaar in hoog tempo op. Naast de nuchtere reacties uit wetenschappelijke hoek, die zonder uitzondering de speculatie beargumenteerd bestempelen als mythe, zijn er ook reacties van ‘de gewone mens’. Bij het lezen ervan krijg ik af en toe het gevoel alsof ik me in een andere dimensie bevindt.
Om u te laten zien wat getallengekte bij mensen los kan maken, geef ik u de volledig willekeurig door mij gevonden eerste twee reacties. Echt, meer dan het invoeren van ‘2012’ in Google en klikken op de eerste link die naar voren kwam heb ik niet gedaan. (Het is wel van enige tijd geleden.) Iemand schrijft: ‘Ik heb ergens gelezen dat de zonne-energie verandert en dat we dan opnieuw beginnen zonder elektriciteit maar dan op een hoger niveau. Dus dat we de dingen die we hebben uitgevonden niet meer kunnen gebruiken omdat de energie niet meer klopt of zo.’ Benieuwd geworden hoe andere websurfers hier weer over denken, begin ik met het lezen van de hierop volgende reactie: ‘Ik geloof niet dat de Maya’s gelijk hebben of gelijk krijgen.’ Dat klinkt enigszins hoopvol, hoewel ik niet geloof dat de Maya erop uit waren om gelijk te krijgen met een voorspelling die ze niet gedaan hebben. Echter, verder lezend neemt de argumentatie ineens een verrassende wending, want dezelfde persoon vervolgt: ‘Ik geloof meer dat de Bijbel gelijk gaat krijgen. Waar halen ze 2012 vandaan? Op grond van welke berekeningen baseren zij dit? Niet uit de Bijbel, die geeft een heel andere berekening. Volgens de Bijbel zal het pas in 2034 geschieden, dat deze wereld, of Bijbels gezegd, ‘dit samenstel van dingen (Satans wereld)’, ten onder zal gaan. Noach bouwde de ark voor de zondvloed in 120 jaar. En vanaf 1914 een Bijbels magisch jaar gerekend is 1914 plus 120 jaar 2034. Om 1914 te verklaren moeten we uit Daniël 4 vers 13-16 vernemen dat er zeven tijden der heidenen zijn. In het jaar 606 voor christus moest de laatste koning van Israel, Zedekia, zijn kroon afzetten. Van 606 voor christus tot 1914 na christus is 2520 jaar – het tijdsbestek van de zeven tijden der heidenen.’
Meer dan wat dan ook, tonen dergelijke speculaties waarschijnlijk vooral iets aan over de betrouwbaarheid van uitkomsten, wanneer je rekenwerk overlaat aan believers.